Met de invoering van de Wet toekomst pensioenen is er veel veranderd. Niet alleen werkgeverspensioenen zijn aangepast, ook de regels voor lijfrenteaftrek en jaarruimte zijn vernieuwd. In deze blog leggen we uit wat jaarruimte in 2025 inhoudt, hoe je deze berekent en wat het verschil is tussen pensioen via je werkgever en een lijfrente.

Wat is jaarruimte?

Jaarruimte is het bedrag dat je fiscaal vriendelijk mag inleggen voor een lijfrente. Dit is interessant voor mensen met een pensioentekort, bijvoorbeeld omdat ze zelfstandig ondernemer zijn of geen volledige pensioenopbouw via een werkgever hebben.

Nieuwe formule vanaf 2025:

waarbij:

• p = premiegrondslag (inkomen over 2024, tot max. €137.800 minus franchise van €18.475)
• i = pensioeninleg over 2024 voor je pensioen

Maximale jaarruimte in 2025: € 35.797,50

Overgangsrecht

Is je pensioenregeling in 2024 nog niet aangepast aan de Wet toekomst pensioenen (wat voor de meeste werknemers geldt) of val je onder het overgangsrecht? Dan geldt nog de oude berekening:

waarbij a staat voor de waardeaangroei van pensioenaanspraken.

Reserveringsruimte

Heb je in de afgelopen 10 jaar je jaarruimte niet volledig benut? Dan mag je dit inhalen via reserveringsruimte, tot maximaal € 42.108.

Extra aftrek voor stakende ondernemers

Bij staking van je onderneming of bij arbeidsongeschiktheid gelden hogere maxima, oplopend tot €566.197.

Pensioen via werkgever vs. lijfrente

Pensioen via werkgever:

• Wordt automatisch opgebouwd via je salaris.
• Werkgever betaalt meestal een groot deel van de premie.
• Uitkering is levenslang, en daar is het beleggingsbeleid ook op gericht.
• Vaak inclusief dekking bij overlijden en arbeidsongeschiktheid.

Lijfrente:

• Zelf sparen via een bank of verzekeraar, met volledige flexibiliteit.
• Opname van kapitaal mogelijk in minimaal vijf jaar vanaf de AOW-leeftijd (binnen fiscale regels).
• Fiscaal aftrekbaar binnen je jaar- of reserveringsruimte (voordeel pas bij aangifte inkomstenbelasting).
• Bij overlijden valt het kapitaal in de nalatenschap (bij bancaire lijfrente).

Lijfrente of pensioen?

Wij zijn van mening dat een goed pensioen niet bestaat uit één onderdeel. De basis is de AOW, aangevuld met een werkgeverspensioen (levenslange uitkering) en eventueel een lijfrente voor tijdelijk extra inkomen. Ook (vrij) vermogen en de eigen woning spelen een hele belangrijke rol.

Pensioen wordt vanwege de lange periode veelal offensiever belegd voor een hoger rendement, met eventueel beschermingsconstructies in de laatste fase. De beleggingskosten zijn meestal lager dan bij lijfrente.

Conclusie

De nieuwe regels maken het aantrekkelijker om zelf extra pensioen op te bouwen. Maar dat is niet altijd fiscaal interessant. Controleer jouw jaarruimte en overweeg of een lijfrente past bij jouw situatie. Twijfel je? Laat je goed adviseren. Zo voorkom je een pensioentekort en profiteer je van belastingvoordeel.

Tip: Wil je weten hoeveel jaarruimte jij hebt? Gebruik de rekentool van de Belastingdienst of vraag advies aan één van de adviseurs van PensioenPlaza.